Dat de starter er alleen voor stond had meteen zijn gevolgen voor de reeksen 100m. De man moest de hele reeks in het oog houden bij gebrek aan start-detectie. Dat lukte niet altijd even goed, waardoor er al eens een valse start getolereerd werd. Danny Van Nuffel, Ruben Van den Berghe en Sven Pieters mochten dat meteen aan de lijve ondervinden. Danny en Ruben gingen samen van start in reeks 6. Ruben veroorzaakte een valse start en werd uitgesloten. Vervolgens haperde het startpistool na het “klaar”-signaal, waardoor ook Danny te snel uit de startblokken schoot. Door de hapering mocht hij echter wel een derde keer in de blokken kruipen. Hij finishte in 12.20 (-0.8 m/s) als vierde in zijn reeks. Sven Pieters liep in reeks 8 naar een nieuw PR en een eerste duik onder de 13 seconden: 12.86 (-0.6 m/s).
Lize De Geest schreef zich in, maar ondervond tijdens de opwarming nog wat last aan de hamstrings. Zij gaf net voor de start forfait.

Pieter De Maersschalck zocht in Brussel de goede benen terug. Hij mocht in reeks 2 van start gaan en liep naar 50.70. Daarmee eindigde hij tweede in zijn reeks en noteerde een seizoensbeste. Zijn PR, dat op dezelfde piste werd gelopen, bedraagt 48.89. Jan Vierendeels moest normaal gezien in diezelfde reeks van start gaan, maar ook hij ondervond teveel last aan de hamstrings om een wedstrijd te lopen. Sverre Vierendeels ging in reeks 4 op zoek naar de BK-limiet voor cadetten (58.50). Met 59.85 na een examenmaand bleef hij nog even boven die tijd.

Ook de 200m bracht een Lebbeeks duel tussen Danny en Ruben. Die laatste nam de beste start en legde de bocht het snelst af. Danny volgde op enkele lengtes, maar maakte deze in de laatste rechte lijn goed om Ruben zo op de meet te kloppen: 23.85 versus 23.86. Amper 1 honderdste verschil, en bij -0.5 m/s voor beiden een eerste duik onder de 24 seconden. Sven Pieters kreeg twee reeksen later wel een lichte meewind in de rug: 0.3 m/s. Hij liep een tweede PR: 26.37.

Alle resultaten kan je hier terugvinden.